wijn bewaren

Om wijn op een juiste en optimale manier te bewaren gelden er een aantal basisregels.

Wijn kan je bewaren in een wijnkelder, in een andere donkere, vochtige ruimte aan een constante temperatuur of in een wijnklimaatkast. Ongeacht de ruimte die je in gedachten hebt, zijn er een aantal condities waar je niet van onder heen kan. Of het zal jou – en vooral de wijn – zuur opbreken.

1Een constante temperatuur

De belangrijkste voorwaarde voor het bewaren van wijn is een gelijkmatige binnentemperatuur van de wijnkast: grote schommelingen van de temperatuur zijn uit den boze. Een temperatuurwijziging van maximaal 4°C binnen een etmaal is nog net aanvaardbaar.

Temperatuurschommelingen zullen de druk in de fles doen stijgen, waardoor de kurk beschadigd kan worden. Ook temperatuurschommelingen tussen de zomer en de winter zijn in de meeste kelders onontkoombaar, en zullen dan ook niet meteen een negatief effect op de opgeslagen wijn uitoefenen.

De beste bewaartemperatuur ligt tussen de 8 en 12 graden. Een lagere temperatuur vertraagt het rijpingsproces van de wijn. Te hoge temperaturen zullen de wijn dan weer te snel verouderen, waardoor de wijn zijn bouquet zou verliezen.

Speciale veiligheidsvoorzieningen op sommige wijnkasten zorgen ervoor dat de binnentemperatuur zelfs bij een lage buitentemperatuur constant blijft.

2De ideale vochtigheid

De verkeerde vochtigheidsgraad heeft geen direct effect op de wijn in de fles, maar wel op de kurk van de fles. Bij een te lage vochtigheid kan de kurk uitdrogen, met als gevolg dat de kurk krimpt en de wijn in contact kan komen met zuurstof. Wat bijgevolg fataal kan zijn voor de fles wijn.

De ideale vochtigheidsgraad varieert tussen 50 en 80%.Hierdoor blijft kurk soepel en kan de wijn tijdens het rijpingsproces ademen.

Een te hoge vochtigheid zal de kwaliteit van de wijn en de kurk niet beïnvloeden. De lijm van de etiketten kan echter loslaten, of de etiketten kunnen moeilijk leesbaar worden. Wie een goede fles wijn graag in zijn originele fles presenteert, zal niet zo tevreden zijn met een beschadigd etiket.

De luchtkwaliteit kan ook constant blijven door de continue aanvoer van verse lucht via een ingebouwd actief koolstoffilter in de wijnklimaat- of wijnbewaarkasten. Dit actief koolstoffilter voorkomt bovendien dat vreemde geuren op de wijn kunnen overslaan.

3Geen tocht

De fles mag plaatselijk niet afgekoeld worden.

4Geen trillingen of geluid

Wijn vraagt om rust: vooral oude wijnen zijn gevoelig voor schokken en trillingen. Wijn moet de tijd te krijgen om het bezinksel te laten neerslaan.

Bewaar de wijn dus trillingsvrij. De flessenplateaus vangen de schokken op zodat de wijn zich in alle rust verder kan ontwikkelen.

5Hou licht buiten

Licht zal de chemische samenstelling van wijn veranderen. Vooral ultraviolet licht. Om die reden wordt wijn altijd in gekleurde wijnflessen gebotteld. Maar dit is meestal onvoldoende om de wijn tegen licht te beschermen.

Een goede wijnkast of -kelder mag dus geen licht binnenlaten. Vandaar dat wijnkasten met een glazen deur een UV-filter hebben. Deze filter verhindert dat UV-stralen van het daglicht de kostbare wijn aantasten. Zo wordt het rijpingsproces niet verstoord.

6Leg de fles neer

Dit opdat de kurk zijn werk zou kunnen doen. Door het voortdurende contact met de wijn blijft de kurk permanent vochtig en blijft ze de wijnfles zorgvuldig afsluiten. Als de flessen staan gaat de kurk krimpen en kan er lucht tussen de kurk en de flessenhals binnendringen. Door deze bijkomende luchtcirculatie verdampt de wijn, daalt het niveau in de fles en gaat de wijn oxideren.

Liggend bewaren kan ook een nadeel zijn: bij een minderwaardige of zieke kurk kan de wijn een onaangename kurksmaak krijgen. Zelfs de beste wijnkelders kunnen soms niet verhinderen dat wijn een kurksmaak heeft.

Reageer