Het lijkt iets uit een ver verleden, en dat is het in zekere zin ook, maar het allerbelangrijkste om weten is dat koken met een ‘Römertopf’, gezond, lekker en gemakkelijk is.
Makkelijk
De ‘Römertopf’ schijnt een onmisbaar keukeninstrument te zijn, al zeker voor liefhebbers van slowcooking: ermee koken is gemakkelijk, want de ‘Römertopf’ kan zo in de oven of in de magnetron geschoven worden, vet hoeft nauwelijks toegevoegd te worden en alle belangrijke voedingsstoffen en vitaminen blijven perfect bewaard. Bovendien kan een gerecht in de ‘Römertopf’ vrijwel niet aanbranden. Klinkt veelbelovend toch, hoog tijd voor een testrit …
Misschien moeten we eerst en vooral kort uitleggen hoe deze kooktechniek precies functioneert, voor we aan de smakelijke details beginnen. Voor we met koken starten, moeten we de aardewerken schotel even kort in koud water leggen, zodat de poriën van het poreuze aardewerk water kunnen opnemen. En terwijl de schotel in de oven geleidelijk aan opwarmt, verdampt het geabsorbeerde water tot nevel die de producten in de schotel gaart. Dit zonder dat het product de kans krijgt om uit te drogen (door de constante beneveling) en zonder dat er ook maar iets van vetstoffen aan te pas komt.
Volgens de aanverwante lectuur worden ook vocht, aroma, smaak, voedingsstoffen en de vitaminen van de voedingsmiddelen behouden. Logisch, want ze kunnen niet met het kookvocht worden afgegoten en ze krijgen niet de kans om uit de hermetisch afgesloten stoofpot te ontsnappen.
De proef op de som
Wat de Romeinen een paar duizend jaar geleden al konden, kunnen wij ook en met die geruststellende gedachte gaan we aan de slag. Deze kooktechniek, koken met klei, is voor velen onder ons toch eerder onbekend en onbemind (ook voor ons), en dit geheel onterecht, zo zal blijken na een intense kooksessie.
Uit het kookboekje ‘Römertopf – gezond en zuinig koken’ dat we bij de hand houden, kiezen we twee gerechten uit, twee eenvoudige gerechten die we normaal gezien met de beide ogen dicht probleemloos kunnen klaarmaken: braadkip en stoofvlees. Gemakkelijk is de keuze alvast niet, want een grote variëteit aan gerechten kan in de ‘Römertopf’ gemaakt worden, van vlees tot vis of éénpansgerechten en zelfs hartelijke soufflés.
Alle begin is moeilijk, zo luidt het spreekwoord, maar dit geldt hier zeker niet. Het stoofvlees wordt kort even aangebakken met uisnippers en vervolgens in de geweekte ‘Römertopf’ gelegd, waaraan nog bier en een laurierblaadje wordt toegevoegd. Vervolgens wordt alles met het deksel erop in de koude oven geschoven. De braadkip mag onmiddellijk de schotel in, samen met de versneden worteltjes en de gevierdeelde tomaatjes. Wie een knapperig korstje wenst, kan de kip kort even korsten in de pan. Nadien wordt de rijst met water in de pan gebakken, geblust met bouillon om daarna aan de halfgare kip te worden toegevoegd, en gedurende 30 minuten in de oven verder gegaard.
Ons verdict
Daarna hoeven we enkel nog te wachten, de ‘Römertopf’ doet al het overige werk. Ideaal wanneer er vrienden op bezoek zijn, want op wat voorbereidend werk na, kan de kok de ganse avond of middag lekker bij de gasten blijven. Wat voor ons toch zeker al een gigantisch pluspunt is.
En ook bij het proeven zijn we aangenaam verrast. Met een aantal kritische lekkerbekken in de buurt worden alle gerechten al heel snel goedkeurend, en in stilte verorberd. En eerlijk, ons stoofvlees was altijd al lekker, maar niets kan tippen aan deze smaakvolle versie. Net als onze sappige braadkip trouwens. Wij zijn alvast overtuigde fans. Jij ook?
Reageer