Niets mooier dan je salade afwerken met een toefje hippe kiemgroenten. In de supermarkt kan je heel wat kleurrijke varianten vinden. Maar ze zijn niet goedkoop, en eigenlijk zijn ze heel eenvoudig zelf te kweken in de Point-Virgule Kiemtoren. Cuizine.be steekt de handen uit de mouwen en test de Kiemtoren zelf uit.
De Point-Virgule Kiemtoren is vervaardigd uit aardewerk. Dat ziet er niet alleen mooi uit, het heeft ook praktische voordelen. Het terracotta neemt het vocht goed op, waardoor de zaden nooit te nat worden. Anderzijds sluit het de zaden goed af van het licht en voorkomt zo een bittere smaak bij het oogsten.
De Kiemtoren bestaat uit een vaste schaal, waarin een bodempje kraantjeswater komt, en twee kiemschalen met luchtgaatjes. In de eerste kiemschaal verdelen we zaden van rucolakers, in de andere schaal zaden van de meer gekende alfalfa. De zaden hebben we vooraf even laten weken in koud water, zodat ze opzwellen en niet door de gaatjes vallen. Deksel erop, en wachten maar…
We bevochtigen de zaden plichtsbewust tweemaal daags met een plantenspuit. Daarbij checken we ook steeds of er nog water in de onderste schaal zit, zodat de groenten alle kansen krijgen om te groeien.
Na een tweetal dagen beginnen de zaden te kiemen. Op de zesde dag kunnen we de alfalfa oogsten. Hij smaakt heerlijk pittig en zoals beloofd niet bitter. De rucolakers heeft nog een tweetal dagen langer nodig, maar dan kunnen we ook deze kiemgroente gebruiken om onze maaltijdsalades extra smaak te geven.
Na deze test heeft de Kiemtoren een vaste plek op ons aanrecht gekregen, en kweekten we er ook al preischeuten en koriandercress in. Groenten kweken zonder groene vingers? De Kiemtoren van Point-Virgule bewijst dat het kan!
Check de verkooppunten van de kiemtoren van Point-Virgule hier!
Reageer